100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting & vertaling: social psychology: Smith & Mackie $0.00

Summary

Samenvatting & vertaling: social psychology: Smith & Mackie

  • Course
  • Institution

Samenvatting & vertaling social psychology van Eliot R. Smith & Diane M. Mackie

Preview 8 out of 183  pages

  • April 3, 2015
  • 183
  • 2014/2015
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: iritafung • 3 year ago

review-writer-avatar

By: hermanvanderleeden • 6 year ago

review-writer-avatar

By: Midori • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Liesjew88 • 8 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 29 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is discriminatie?

Answer: Positief of negatief gedrag naar een sociale groep of de leden daarvan.

2.

Wat verstaat men onder een sociale groep?

Answer: 2 of meer mensen die een karakteristieke overeenkomst hebben wat hun sociaal verbindt.

3.

Wat beargumenteerde Adorno?

Answer: Dat vooroordelen tot stand komen door het niet accepteren van de eigen vijandigheid, maar hun eigen tekortkomingen zien bij de ander.

4.

Wat is een stereotype?

Answer: Een vaststaand beeld/ cognitieve impressie van een sociale groep die gevormd wordt door de associatie van karakteristieken en emoties met die groep.

5.

Wat zijn de positieve effecten van sociale categorisatie?

Answer: - Nuttige info verzamelen (bij een persoon met dienblad kun je bestellen) - Overbodige informatie kan vermeden worden

Flashcards 40 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

In welk streven komt groeplidmaatschap ons tegemoet?

Answer: Mastery en connectedness.

2.

Wat zijn in-groups en out-groups?

Answer: In-group is eigen groep, beoordelen we meestal positiever dan een out-group (andere groep).

3.

Wat is sociale identiteit?

Answer: Die aspecten van het zelfbeeld die horen bij het groepslidmaatschap dat men deelt met anderen.

4.

Wat wordt verstaan onder zelfcategorisatie?

Answer: Het proces waarbij wij onszelf gaan zien als lid van een groep.

5.

Op welke 2 manieren leren we over groepen?

Answer: Door observatie van andere groepsleden en door algemeen gedeelde culturele kennis (vb. overgebracht door media, ouders enz.)

Flashcards 61 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is een attitude?

Answer: Een overtuiging, mening of evaluatie t.o.v. een object waardoor we deze uiteindelijk als positief of negatief kunnen beoordelen.

2.

Wat is persuasion?

Answer: Overtuiging; het proces waarbij attitudes worden gevormd, versterkt of veranderd d.m.v. communicatie; een doelbewuste poging om de attitude van iemand over iets te veranderen.

3.

Attitudes verschillen in richting en in intensiteit. Bijvoorbeeld...

Answer: Extreem negatief, neutraal gemiddeld, matig positief.

4.

Op wat voor manieren wordt de richting en intensiteit van attitudes bepaald?

Answer: - Zelfrapportage (Uitingen van gedrag, gevoelens enz.) - Observaties - Attitudeschaal - Tijd bepalen (zodat men geen tijd krijgt ongewenste attitude te verbergen

5.

Wat is een attitudeschaal?

Answer: Een serie van vragen die precieze en betrouwbare informatie geeft over hoe sterk mensen het eens of oneens zijn met een attitude-object.

Flashcards 81 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat houdt een face-to-face-group in?

Answer: Twee of meer individuen die elkaar beïnvloeden in hun interactie.

2.

Leg uit op wat voor manier sociale invloed wederkerig (reciprocal) is.

Answer: Individuen dragen bij aan de groepsconsensus en de consensus beïnvloedt de zienswijze van elk individu.

3.

Wat houdt "sociale norm" in?

Answer: Een algemeen geaccepteerde manier van denken, voelen en gedragen in een groep, waar mensen mee instemmen en die bevestigd wordt als juist en gepast. (bv. traditie)

4.

Welke conclusie kwam uit het autokinetisch effect van Sherrif?

Answer: Dat als groepsleden samen tot een antwoord moeten komen, ze zich aan elkaar aanpassen en hun antwoorden convergeerden tot 1 antw.

5.

Zowel sociale normen als attitudes zijn cognitieve representaties van wat wel/niet goed/gepast is. Waar zit het verschil?

Answer: Bij sociale normen gaat het om groepsevaluaties i.p.v. individuele pos. of neg. evaluaties van wat waar of onwaar en goed of niet goed is.

Flashcards 78 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Waarom zijn we graag in de buurt van aantrekkelijke personen?

Answer: - Esthetisch plezier als we naar aantrekkelijke mensen kijken - Werkt selfulfillend, we hebben automatisch een bepaald beeld van ze en gaan ook dusdanig met ze om zodat het beste in hen naar boven komt -> positieve ervaring

2.

Waarom letten lage-selfmonitors bij sollicitanten meer op aantrekkelijkheid dan hoge-selfmonitors?

Answer: Lage-selfmonitors letten meer op de persoonlijkheid en kwaliteiten. Zij zijn minder bezig met sociale normen, zoals image)

3.

Wat wordt bedoeld met de ouderlijke investeringstheorie (parental investment theory)?

Answer: Mannen: Genen verspreiden dmv zoveel mogelijk kinderen bij jonge vruchtbare vrouwen Vrouwen: investeren meer in ouderschap en zullen daarom hun partner selectiever kiezen op basis van geld en macht zodat er voor financiele zekerheid is.

4.

Wat was de uitkomst van de parental investment theory (ouderlijke investeringstheorie)?

Answer: - Bij kortstondige relaties is aantrekkelijkheid voor beide partijen even belangrijk - Geldt voornamelijk voor culturen waar vrouwen weinig macht hebben - Het verschil in wat men zegt te zoeken en daadwerkelijk zoekt

5.

Waarom vinden we mensen aardiger als we interactie met ze hebben?

Answer: 1- Omgaan met anderen zorgt dat we de wereld beter begrijpen -> beheersen -> Mastery 2- We voelen ons verbonden (connectedness) 3- Gevonden overeenkomsten zorgt ervoor dat we ze graag mogen (mere-exposure effect)

Flashcards 44 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is "social facilitation" (sociale facilitatie theorie)?

Answer: Door opwinding door aanwezigheid van anderen worden veel geoefende gedragingen makkelijker/waarschijnlijker en moeilijke extra moeilijk. Dit gebeurt ook/hangt samen met distraction (afleiding) door anderen.

2.

Wat is het verschil in dominante responsen en niet dominante responsen?

Answer: Dominante zijn veel geoefende of goed geleerde gedragingen. Niet-dominante juist complexe/nieuwe gedragingen.

3.

Hoe kan de aanwezigheid van anderen in dezelfde situatie toch 2 tegenovergestelde effecten hebben?

Answer: Een ervaren biljarter bv. die goed kan stoten zal beter presteren bij publiek, dit gedrag is toegankelijker voor hem. Iemand die vaak missers maakt, zal slechter presteren bij publiek.

4.

Wat is evaluation apprehension?

Answer: Bezorgdheid om evaluatie; we verwachten (maken ons zorgen) dat mensen ons evalueren.

5.

Waarom interfereert afleiding bij het uitvoeren van moeilijke taken en verbetert het de uitvoering van makkelijke?

Answer: Omdat we twee dingen tegelijk willen doen (concentreren op de taak en reageren op anderen) treedt er een conflict op.

Flashcards 45 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is een conflict?

Answer: Een waargenomen onverenigbaarheid tussen doelen van twee of meer partijen. Draaien vaak om het gevoel van mastery, materiële hulpbronnen en sociale beloningen.

2.

Volgens Klama & Lorenz zit agressie in onze human nature. Wat laat de moderne evolutionaire psychologie echter zien?

Answer: Agressie is niet meer dan een van de vele strategieën die mensen gebruiken om beloningen en respect te verkrijgen.

3.

Wat is het verschil tussen emotionele agressie en instrumentele agressie?

Answer: Instrumentele agressie wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken, emotionele agressie is een doel op zich.

4.

Welke intentie bevat agressie altijd?

Answer: De intentie een ander schade te berokkenen.

5.

Wat kan instrumentele agressie oproepen/verminderen?

Answer: Potentiële beloningen in een situatie zien. Zoals een beroving bij pinautomaat. Als agressie niet lijkt te gaan lonen, dooft het uit. Gevolg van behoefte aan mastery (wat levert het op/wat kan het me gaan kosten)

Flashcards 38 Flashcards
$3.32 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is het verschil tussen pro-social behavior (pro sociaal gedrag) en altruïsme?

Answer: Pro-social behaviour is gedrag dat positieve gevolgen voor de ander heeft. (je kunt dit gedrag ook vertonen puur om respect van omgeving te krijgen) Bij altruïsme wil je iemand helpen ongeacht of het jouzelf iets oplevert.

2.

Wat is egoïsme?

Answer: De motivatie om de eigen opbrengsten zoveel mogelijk te maximaliseren.

3.

Waar is pro sociaal gedrag afhankelijk van?

Answer: Van het waarnemen dat we hulp moeten bieden en de beoordeling of iemand hulp verdient

4.

Positief denken vertaalt zich in....

Answer: .... positieve acties. De aandacht van gelukkige mensen is meer naar buiten gericht en ze zijn oplettender voor de nood van anderen.

5.

Wat is audience inhibition (publiek remming)?

Answer: De angst om dom te lijken in aanwezigheid van anderen. Meestal blijven we rustig afwachten wat andere aanwezigen gaan doen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miekemie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

88807 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
Free  111x  sold
  • (4)