100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Emotionele ontwikkeling $9.28   Add to cart

Summary

Samenvatting Emotionele ontwikkeling

  • Course
  • Institution

Samenvatting van het volledige boek van Emotionele ontwikkeling. Dit is tentamenstof voor het vak Emotionele Ontwikkeling van het specialisatiejaar Klinische Ontwikkelingspscyhologie van de Universiteit van Amsterdam.

Preview 2 out of 51  pages

  • November 6, 2013
  • 51
  • 2013/2014
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 31 Flashcards
Free 2 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat zijn executieve functies?

Answer: Cognitieve vermogens die andere vaardigheden en gedragingen controleren en reguleren.

2.

Wat zijn voorbeelden van subfuncties van EF?

Answer: Werkgeheugen, inhibitie controle, taak switching.

3.

Wat houdt 'cool EF' in?

Answer: Dit zijn executieve functies in situaties zonder emotionele lading of motiverende context.

4.

Met welk hersendeel wordt cool EF geassocieerd?

Answer: Laterale prefrontale cortex (PFC)

5.

Geef een voorbeeld van hoe cool EF gemeten worden

Answer: Met de Dimensional Change Card Sorting (DCCS): - Twee target kaarten worden laten zien (rode konijnen, blauwe boten) - Vragen om sorteren kaarten (blauwe konijnen, rode boten) - Eerst op dimensie kleur dan op dimensie vorm.

Flashcards 37 Flashcards
Free 2 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Waar ligt de focus in dit hoofdstuk op?

Answer: Temperament-based attentional control in associatie met het executieve attention system.

2.

Wat houdt temperament in?

Answer: De biologisch gebaseerde individuele verschillen in emotionele reactiviteit en het ontstaan van zelfregulatie, om deze emotionele reactiviteit te moduleren.

3.

Wat doet attentional control?

Answer: Het reguleren van emotionele distress.

4.

... is volgens de auteurs essentieel in de integratie van ... en ...

Answer: Temperament ; emotie ; cognitie

5.

Een construct van temperament is ... . Leg uit

Answer: Effortful control: het doelgerichte gebruik van executieve aandacht voor inhibitiecontrole, fout herkenning en planning.

Flashcards 44 Flashcards
Free 3 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Waar kan het concept zelfregulatie voor gebruikt worden?

Answer: Om de omgevingsmechanismen die connecties maken tussen cognitie en emotie vast te leggen.

2.

Waardoor ontstaan er individuele verschillen in zelfregulatie en hoe wordt dit onderzocht?

Answer: Door biologische en omgevingsfactoren. Werd onderzocht mbv kwantitatieve modellen over genetische en non-genetische invloeden op de ontwikkeling.

3.

Wat is een voorbeeld van een emotieregulatie mechanisme?

Answer: Aandachtcontrole over woede en frustratie

4.

Welke neurale mechanismen zijn betrokken in aandachtcontrole?

Answer: PFC

5.

Welke neurale mechanismen zijn betrokken in woede-expressie?

Answer: Amygdala

Flashcards 39 Flashcards
Free 2 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Waar bestaat het netwerk 'het sociale brein' uit?

Answer: Verschillende gebieden welke gespecialiseerd zijn in het integreren van informatie over uiterlijk, gedrag en intenties van anderen.

2.

Wat is nodig om de specialisatie van het sociale brein te kunnen verklaren/bestuderen?

Answer: Een shift van phylogenie naar ontogenie.

3.

Welke drie theorieën bespreekt Johnson?

Answer: 1. Maturational perspectief 2. Skill learning perspectief 3. Interactive specialization perspectief (IS)

4.

Wat houdt het maturational perspectief in?

Answer: Dit focust zich op de onderliggende veroudering van bepaalde breindelen. Wordt gebruikt om leeftijden aan te geven wanneer een bepaalde vaardigheid beheerst dient te worden.

5.

Welke hersengebieden worden veelal onderzoek met het maturational perspective?

Answer: Cerebrale cortex, met name de emergence van nieuwe sensorische, cognitieve en motorische functies.

Flashcards 31 Flashcards
Free 2 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Hoe beïnvloeden emoties aandacht?

Answer: Beinvloeden de stijl en de inhoud.

2.

Wat is het probleem met de emotie-cognitie interactie?

Answer: Zo subtiel, snel en ontoegankelijk tot het bewustzijn, dat noch observatie noch self-report een adequate manier is om hier meer duidelijkheid over te krijgen.

3.

Hoe kan verlangen worden gezien?

Answer: De emotionele eigenschap die geassocieerd wordt met approach behavior of beloningsgedrag (rewardseeking).

4.

Waarom wordt verlangen niet altijd als basis emotie gezien?

Answer: Vanwege het gebrek aan bijbehorende gezichtsexpressies en het feit dat het een langdurige emotie is

5.

Wat is het specifieke neurale mechanisme van verlangen?

Answer: Het is zichtbaar al vroeg in de ontwikkeling en het lijkt een specifieke functionele impact te hebben op cognitie.

Flashcards 39 Flashcards
Free 2 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Zelfregulatie

Answer: een set van complexe, verworven en intentionele vaardigheden die belangrijk zijn bij het controleren, regisseren en plannen van je eigen cognities, emoties en gedrag.

2.

Welke onderliggende cognitieve vaardigheden zijn betrokken bij het reguleren van gedrag?

Answer: - het verwerken en manipuleren van stimuli (werkgeheugen) - het onderdrukken van automatische reacties op stimuli en onnatuurlijk maar gepast reageren (inhibitory control) - het managen van aandacht naar gepaste stimuli, waarbij er geswitcht moet worden tussen taken en er weerstand tegen afleiding moet worden geboden (cognitieve flexibiliteit).

3.

Waaraan kunnen de cognitieve vaardigheden werkgeheugen, inhibitory control en werkgeheugen gelinkt worden?

Answer: Academische prestatie

4.

Wat vormen belangrijke aspecten van school readiness?

Answer: focus, aandacht, onthouden van informatie en het onderdrukken van automatische reacties en gepast reageren

5.

Wat meet de Head-to-Toes task en hoe gaat het in z'n werk?

Answer: Meet gedragsregulatie Bij deze taak dient een kind zijn tenen aan te raken wanneer de proefleider zegt dat het kind zijn hoofd moet aanraken, en andersom. Deze taak vereist een kind dus om regels te onthouden en automatische reacties te onderdrukken.

Flashcards 42 Flashcards
Free 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Hoe luiden de vijf dimensies van het temperament model van Rohtbart et al.?

Answer: - Positive affect - Twee soorten Negative affect - Activity level - Rhythmicity

2.

Welke twee soorten negatieve affect worden genoemd in model van Rothbart?

Answer: Fear/anxiety en anger/irritability.

3.

Welke drie factor structuur werd gedefinieerd?

Answer: - surgency/extraversie - neuroticism/negatieve affect - affiliation

4.

Hoe wordt affiliation gerelabeld?

Answer: Als effortful control

5.

Wat houdt de top-down functie in?

Answer: Gebruikt cognitieve capaciteiten. Reflecteert activiteit in de PFC en onderdrukking van posterior en subcorticale cortex.

Flashcards 31 Flashcards
Free 3 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

behavioral inhibition systeem (BIS)

Answer: het systeem dat emoties opwekt bij bepaalde acties van het fysiologische en motorsysteem die terugtrekking stimuleren

2.

behavioral activation systeem (BAS)

Answer: het systeem dat emoties opwekt bij bepaalde acties van het fysiologische en motorsysteem die toenadering stimuleren

3.

Met welke hersengebieden worden arousal en stressrespons geassocieerd?

Answer: De PFC, limbische structuren en hersenstam.

4.

anterior cingulate cortex (AAC)

Answer: De mediator tussen emotionele arousal en hogere executieve functies (bv. controle van aandacht).

5.

Wat is homeostase?

Answer: Het vermogen van een organisme om het milieu intérieur constant te houden.

Flashcards 40 Flashcards
Free 4 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Emotie regulatie

Answer: De gedragingen, vaardigheden en strategieën, die zowel bewust als onbewust, automatisch of met moeite, emotionele ervaringen of expressies moduleren, inhiberen en verbeteren.

2.

Hoe wordt emotioregulatie genoemd als alleen emotionele reactiviteit wordt onderzocht?

Answer: Control dimension

3.

Welke ontwikkeling vindt bij het kind plaats op het gebied van emotieregulatie?

Answer: - Eerst zijn de ouders nodig om emoties te reguleren. - Daarna zullen deze meer geïntegreerd raken in de selectie van strategieën van het kind, zowel op bewuste(inspannende) als onbewuste(autonome) manier. - Vervolgens kan het kind ze in eigen context toepassen. - Hoe vaker deze worden geoefend hoe meer ze geautomatiseerd worden.

4.

Executief functioneren (volgens Calkins)

Answer: Een aantal hogere orde cognitieve vaardigheden, zoals doelgericht gedrag, representatie capaciteit, plannen, geheugen en inhibitie.

5.

Waaraan kunnen vroege executieve functie vaardigheden bij kinderen worden waargenomen?

Answer: - Vaardigheid om opvallende aspecten van een taak te volgen - Inhiberen van overheersende reacties - Kunnen volgen van regels

Flashcards 21 Flashcards
Free 2 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Waarom zijn volgens theoretici opvoedingservaringen belangrijk voor de psychologische ontwikkeling?

Answer: Omdat de gevoeligheid van de opvoeder een basis vormt voor een veilige of onveilige relatie met de opvoeder zelf.

2.

Welke dingen worden beïnvloedt door de relatie met de opvoeder?

Answer: Zekerheid voor exploratory play, sociale vaardigheden en self-confidence.

3.

Internal working models (IWMs)

Answer: Mentale representaties van mensen en relaties, welke invloed hebben op hoe kinderen hun opvoeders, hechte relaties en zichzelf zien.

4.

Hoe verloopt de ontwikkeling van IWM's?

Answer: - Eerst simpele affectief-perceptuele beïnvloedingsschema's - Daarna brede dynamische representatie systemen

5.

Wat bevatten simpele affectief-perceptuele beïnvloedingsschema's?

Answer: Kunnen het gedrag van anderen voorspellen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Avheusden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

99430 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.28  2x  sold
  • (0)
  Add to cart