Book Title:
Author(s):
By: daan1smets • 3 year ago
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is er aan de hand als de boodschap incongruent is? A. De ontvanger is niet in staat om de boodschap te ontvangen B. De verbale en non-verbale signalen versterken elkaar niet C. De zender veroorzaakt ruis tijdens het verzenden van de boodschap.
Answer: De verbale en non-verbale signalen versterken elkaar niet
2.
Twee uitspraken over lichaamstaal - Bijna alle lichaamstaal is digitaal en denotaties (gevoelswaarde) - Bijna alle verbale taal is analoog en connotatief A. Beide waar B. 1 is waar en 2 is niet waar C. 1 is niet waar en 2 is waar D. Beide niet waar
Answer: Beide niet waar. Digitaal is letters en cijfers, moet je aanleren. Analoge taal is beeldend (grotschilderingen). Denotaties = letterlijke inhoud van een woord.
3.
3. Waarom is de regenboog emoji zo populair in sommige Amerikaanse staten? A. De emoji staat in de meeste Amerikaanse staten voor geluk en welvaart en daarom gebruiken zijn deze vaak om aan te duiden dat het goed met ze gaat B. Het openlijk spreken over homoseksualiteit is in sommige conservatieve staten taboe en daarom wordt er via de regenboog over dit onderwerp gecommuniceerd C. Omdat de meeste staten in Amerika welvarend zijn staan inwoners positiever in het leven. De regenboog staat symbool voor deze positiviteit.
Answer: B. Het openlijk spreken over homoseksualiteit is in sommige conservatieve staten taboe en daarom wordt er via de regenboog over dit onderwerp gecommuniceerd
4.
4. Welke uitspraak over communicatie is NIET waar? A. Genegeerd worden is geen vorm van communicatie B. Het zelfbeeld berust op communicatie C. We kunnen niet niet communiceren
Answer: A. Genegeerd worden is geen vorm van communicatie
5.
5. We spreken van kruistransactie als.. A. De aangesprokene vanuit een andere zijnswijze reageert dan waarin hij wordt aangesproken B. De aangesprokene in de transactie in alle mogelijke zijnswijzen kan reageren C. De aangesprokene de positie in zijnswijze van de ander probeert over te nemen.
Answer: A. De aangesprokene vanuit een andere zijnswijze reageert dan waarin hij wordt aangesproken
6.
6. Hoe noemen we de identiteitsstructuur waarbij dochterondernemingen in hun communicatie zelfstandig zijn, als aparte merken opereren en hun eigen huisstijl voeren, zoals Lexus van Toyota? A. Endorsed identiteit B. Monolitische identiteit C. Branded identiteit
Answer: C. Branded identiteit
7.
7. Waar sluit de Why uit de golden circle van Simon Sinek het meest op aan? A. De visie B. De missie C. De positionering
Answer: A. De visie
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleun01. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $4.66. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
86289 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now
