100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychologie $6.16   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychologie

  • Course
  • Institution
  • Book

Zelfgeschreven uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 1,2,4,5,6,9 en 11 uit het boek Psychologie van Zimbardo, Johnson en McCann (2013). De samenvatting bevat alle informatie uit het boek, de sheets uit de lessen en zelfgemaakte aantekeningen, hierbij worden ook een aantal voorbeelden benoem...

[Show more]
Last document update: 8 year ago

Preview 2 out of 23  pages

  • No
  • Unknown
  • November 5, 2015
  • November 5, 2015
  • 23
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 29 Flashcards
$3.36 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

De Biopsychologie onderzoekt de hersenen en hun rol in psychologische processen.

Answer: Onjuist. De Biopsychologie onderzoekt hoe biologische processen gedrag beïnvloeden. De Neurowetenschap onderzoekt de hersenen en hun rol in psychologische processen.

2.

Mutaties zijn veranderingen in het genotype.

Answer: Fout. Mutaties zijn veranderingen in de genen. Het genotype zijn de genen vanaf de geboorte. (de genetische opmaak van een organisme) Het fenotype zijn de uitwerkingen van het genotype + de invloeden van de omgeving. (Wat je ziet)

3.

Wanneer men een Trisomie heeft van het chromosoom 21 heeft men het downsyndroom.

Answer: Juist. Een normaal person heeft 23 paren chromosomen. Bij een trisomie van chromosoom 21 heeft men het downsyndroom.

4.

DNA wordt ook wel desoxyribonucleïnezuur genoemd.

Answer: Juist. Dit is de volledige benaming voor DNA.

5.

Gedrasgenetica onderzoekt de genetische basis van gedrag, eigenschappen en stoornissen.

Answer: Juist. Het succes van dit onderzoek was dat men wist waar bepaalde syndromen vandaan kwamen (downsyndroom en fragiel X) Wat moeilijk aantoonbaar was bij dit onderzoek was dat complex gedrag een samenspel is tussen vele genen en de omgeving.

Flashcards 17 Flashcards
$3.36 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Leren is een proces waardoor ervaringen (door interactie met de omgeving) een blijvende verandering veroorzaakt in het gedrag of in de mentale processen van mensen.

Answer: Juist. Door leren ontstaat er een blijvende verandering in het gedrag of in de mentale processen van mensen.

2.

Het behaviorisme zegt dat mentale processen cruciaal zijn om leerprocessen te begrijpen.

Answer: Onjuist. De cognitieve psychologie zegt dat mentale processen cruciaal zijn om leerprocessen te kunnen begrijpen. Het behaviorisme zegt dat mentale processen niet observeerbaar zijn en wil alleen observeerbaar gedrag bestuderen.

3.

'Mere exposure effect' is het niet meer reageren op een prikkel.

Answer: Onjuist. Mere exposure effect is het leren door blootstelling van een prikkel. De Habituatie is het niet meer reageren op een prikkel. Stimulus Respons leren is via klassieke of operante conditionering. Observerend leren is bewust iemand nadoen.

4.

Pavlov zegt dat men het beste kan leren door middel van belonen en straffen.

Answer: Onjuist. De theorie van Pavlov is de klassieke conditionering. Door middel van Neutrale stimulus toevoegen kan iemand leren deze te koppelen aan de ongeconditioneerde stimulus. (Denk aan de kwijlende hond)

5.

De fases van conditionering zijn verwerving, extinctie/uitdoving en spontaan herstel.

Answer: Juist. De verwerving is de fase waarin iemand geconditioneerd word. De extinctie/uitdoving betekend dat de koppeling van de conditionering weer kan verdwijnen. Spontaan herstel betekend dat een afgeleerde fobie weer kan terugkeren.

Flashcards 20 Flashcards
$3.36 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Het geheugen wordt gezien als een recorder. Je kunt precies alles terug herinneren.

Answer: Onjuist. Het geheugen kan niet alles precies terug herinneren. Het interpretaties systeem slaat alles op vanaf de eerste keer dat je het ziet. Het reconstructief systeem slaat beter op door middel van herhalingen. De informatie die wordt verwerkt ondergaat systematische veranderingen.

2.

Informatie waar onze aandacht op is gevestigd en waar we in geïnteresseerd zijn onthouden we beter en sneller.

Answer: Juist. Ook onthouden we informatie dat ons emotioneel raakt, dat aansluit bij eerdere ervaringen en informatie dat we herhalen beter.

3.

Coderen is het omzetten van informatie in een vorm die het beste in het geheugensysteem past.

Answer: Juist. Coderen is met andere woorden het bepalen van de context. Opslaan is het langdurig opbergen van gecodeerd materiaal. Verschillende soorten informatie worden opgeslagen op verschillende plekken in de hersenen.

4.

Het terughalen van informatie gaat door middel van ruiken, herinneren en een koppeling dat men zelf heeft gemaakt.

Answer: Juist. Men probeert op deze manier de informatie te lokaliseren en weer in het bewustzijn te komen van de informatie.

5.

Sensorisch geheugen betekend dat je zonder repeteren waargebeurde gebeurtenissen of ervaringen hoogstens een minuut bewaart.

Answer: Onjuist. Het sensorisch geheugen betekend dat je stimuli een korte tijd wordt bewaard, namelijk enkele seconden. Het korte termijn geheugen, ook wel werkgeheugen, wordt zonder repeteren gebeurtenissen of ervaringen ongeveer een minuut bewaart. een bewuste herinnering is wel te bewerken.

Flashcards 18 Flashcards
$3.36 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Mentale processen betrokken bij denken, weten, waarnemen, leren en herinneren wordt ook wel intelligentie genoemd.

Answer: Onjuist. Mentale processen betrokken bij denken, weten, waarnemen, leren en herinneren is Cognitie. Intelligentie is het psychische vermogen om effectief kennis te verwerven, redeneren en problemen op te kunnen lossen. Denken zijn vormen van mentale representaties door beschikbare informatie bij te werken.

2.

Mensen denken door middel van het maken van concepten.

Answer: Juist. Een mens denkt door betekenisvol te organiseren van informatie. Dit doet men door het maken van concepten. (categorieën van items of ideeën op basis van ervaringen.)

3.

Je kunt pas concepten aanmaken vanaf de leeftijd van twee jaar.

Answer: Juist. Vanaf de leeftijd van twee jaar heb je een volgroeid hypothalamus en is het mogelijk om concepten aan te maken.

4.

Assimilatie is een nieuw concept aanmaken.

Answer: Onjuist. Assimilatie is het bijwerken van een bestaand concept. Accommodatie is een nieuw concept aanmaken.

5.

Abstracte concepten kunnen alleen gevormd worden met behulp van taal.

Answer: Juist. Artificiele concepten zijn mentale representaties van gebeurtenissen uit een directe omgeving. Natuurlijke concepten zijn concepten die gedefinieerd zijn door regels, zoals een betekenis van een woord. Beide kunnen pas worden gevormd wanneer men de taal beheerst.

Flashcards 25 Flashcards
$3.36 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Motivatie is de aanzet, richting en het volhouden van lichamelijke en psychische activiteiten.

Answer: Juist. De emotie zorgt voor de arousel en de motivatie zet dit om in acties. Er zijn talloze vormen van motivatie en dezen hebben allen te maken met het selecteren en aansturen van specifiek gedrag.

2.

Homeostase is streven naar balans en evenwicht.

Answer: Juist. Binnen de motivatie is er een streven naar homeostase. De balans en evenwicht.

3.

Motivatie verklaart variaties in gedrag.

Answer: Juist. Variaties in het gedrag kunnen afkomstig zijn van motivatie. Ook afkomstig van motivatie zijn waarneembaar gedrag met interne toestanden. Biologie in combinatie met gedrag en de vasthoudendheid tijdens tegenslagen.

4.

Intrinsiek is het verlangen om een activiteit te doen met beloning.

Answer: Onjuist. Intrinsiek is het verlangen om een activiteit te doen zonder beloning. Het verlangen om een activiteit te doen met beloning wordt extrinsiek genoemd. Deze vormen horen beide bij de prestatiemotivatie.

5.

De instincttheorie betekend dat bepaalde gedragspatronen aangeboren zijn.

Answer: Juist. Aangeboren factoren hebben invloed op de motivatie.

Flashcards 26 Flashcards
$3.36 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

De tak van psychologie die zich verdiept in de invloed van sociale variabelen en cognities op individueel gedrag en sociale interacties wordt sociale psychologie genoemd.

Answer: Juist. De sociale psychologie is de tak van psychologie die zich verdiept in de invloed van sociale variabelen en cognities op individueel gedrag en sociale interacties.

2.

De werkelijke,verbeelde of symbolische aanwezigheid van andere mensen heet ook wel de sociale context.

Answer: Juist. Ook de activiteiten en interacties met andere mensen, de setting waarin het gedrag zich voordoet en de verwachtingen en sociale normen in de gegeven setting vallen onder de sociale context.

3.

Ons gedrag is aangepast aan de eisen van de sociale situatie.

Answer: Juist Normaal gesproken is ons gedrag aangepast aan de eisen van de sociale situatie. In onduidelijke situaties gebruiken we het gedrag van anderen als aanwijzing.

4.

Het Dispositionalisme is dat het gedrag grotendeels bepaald wordt door omgevingsfactoren.

Answer: Onjuist. Het Dispositionalisme is dat het gedrag grotendeels bepaald wordt door innerlijke eigenschappen. Het Situationisme is dat het gedrag grotendeels bepaald wordt door omgevingsfactoren.

5.

Jouw eigen rol in een groep schrijft voor hoe jij je in een bepaalde situatie en groep hoort te gedragen.

Answer: Juist. Dit heet ook wel sociale rollen. Sociaal gedefinieerd gedragspatroon dat mensen in een bepaalde situatie of groep behoren te vertonen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisaSt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

86633 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$6.16  5x  sold
  • (0)
  Add to cart