Summary
Samenvatting Sociologie
- Course
- Institution
- Book
Achterin is ook een begrippenlijst van de samengevatte hoofdstukken bijgevoegd.
[Show more]Preview 2 out of 31 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Psychologie
Answer: Onderzoek naar gedrag en de gevoelens bij dat gedrag vanuit het individuele gezichtspunt.
2.
Economie
Answer: Onderzoek naar de wijze waarop de productie en distributie van schaarse goederen in de samenleving wordt geregeld.
3.
Politicologie
Answer: Onderzoek naar de manier waarop mensen vormgeven aan de toekomst van de samenleving.
4.
Sociologie
Answer: Onderzoek naar het gedrag van individuen en groepen vanuit het maatschappelijk gezichtspunt.
5.
Franse filosoof Auguste Comté (1798-1857)
Answer: - belangrijkste taak van de sociologie was om ongefundeerde 'geloven' over de werking van de samenleving door te prikken en te vervangen door wetenschappelijk inzichten.
Some examples from this set of practice questions
1.
Tabula Rasa
Answer: onbeschreven blad.
2.
Socialisatie
Answer: Het proces waarbij mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor hen relevante groepen.
3.
kenmerken socialisatie
Answer: > begint al bij de geboorte > De socialisators zijn meestal de opvoeders, de ouders, de broers en zusters. > naarmate we ouder worden, krijgen we steeds meer met socialisators en socialiserende instanties te maken, zoals bijv. het onderwijs.
4.
Waarden
Answer: Met anderen gedeelde voorstellingen over wat juist en goed is en daardoor nastrevenswaardig.
5.
Kenmerken waarden (1)
Answer: - waarden zijn vaan of abstract, zoals vredelievendheid, gerechtigheid, veiligheid. - per groepering bestaan er verschillen in opvattingen over welke waarden wel of niet gelden en welke waarden belangrijker zijn dan andere waarden. - waarden kunnen in de loop der tijd meer of minder belangrijk worden. (zoals wij-cultuur naar ik-cultuur)
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is cultuur?
Answer: Cultuur is het geheel van voorstellingen, opvattingen, kennis, waarden en normen dat mensen als lid van een samenleving overdragen en verwerven door middel van leerprocessen. (Materiele zaken vallen niet onder deze definitie)
2.
Enculturatie
Answer: Het aanleren van deze ervaringen en deze cultuur.
3.
Cultuur is niet statisch
Answer: Omdat de situatie in een gebied verandert worden de ervaringen ook anders. Deze nieuwe ervaringen zullen weer in die cultuur worden verwerkt.
4.
Cultural lag
Answer: Het achterlopen van cultuur op (technische) ontwikkelingen.
5.
Hoge cultuur
Answer: De cultuur van de klassieken, die speelt in het concertgebouw, het museum, de stadsschouwburg.
Some examples from this set of practice questions
1.
Sociaal bewustzijn
Answer: Weten hoe de samenwerking volgens jou in elkaar zit en wat jouw plaats daarin is.
2.
Definitie van de situatie
Answer: Een interpretatie van een gebeurtenis op basis van geïnternaliseerde waarden.
3.
Interactie
Answer: Al onze handelingen zijn te beschouwen als tekens of symbolen waarmee we iets uitdrukken, al gaat dat vaak niet zo bewust. Die tekens en symbolen wisselen we met andere mensen uit, en deze wisselwerking tussen personen noemen we interactie.
4.
Symbolisch interactionisme
Answer: De sociologische benadering waarin het gedrag van mensen vooral verklaard wordt vanuit de uitwisseling van tekens en het interpreteren daarvan.
5.
Self-fulling prophecy
Answer: > Een voorspelling die zichzelf doet uitkomen. > Als mensen verwachten dat er iets gebeurt, dan hebben die verwachtingen gevolgen voor wat er gebeurt.
Some examples from this set of practice questions
1.
Groepering
Answer: Een verzameling mensen die te onderscheiden is van andere mensen
2.
Groep
Answer: Een overzichtelijke groepering waarvan de leden regelmatig, veelvuldig, en intensief interactie met elkaar hebben en in de loop der tijd gezamenlijke waarden en normen ontwikkelen. Binnen groepen kunnen ook weer subgroepen ontstaan.
3.
Collectiviteit
Answer: Een grote groepering waarvan de leden wel een basis van gemeenschappelijke waarden (of belangen) hebben, maar geen directe interactie en communicatie met elkaar onderhouden.
4.
Sociale categorie
Answer: Een groepering mensen die alleen een bepaalde eigenschap gemeen hebben. Er is geen interactie en geen communicatie, er zijn geen gemeenschappelijke waarden en normen.
5.
Sociale beweging
Answer: Een categorie die zich rondom een belang organiseert om invloed uit te oefenen.
Some examples from this set of practice questions
1.
Je plaats in de sociale structuur van de samenleving heeft grote invloed op:
Answer: - Je gezondheid - Je kansen in het onderwijs - Een goed huis - Om met vakantie te gaan - Etc.
2.
Sociale ongelijkheid
Answer: > Groeperingen mensen die ten opzichte van elkaar een andere sociale positie innemen, en die daardoor ook in een andere situatie verkeren en andere mogelijkheden hebben. > Het verschil in macht tussen sociale posities.
3.
Kenmerken die leiden tot sociale ongelijkheid
Answer: - Sociaaleconomische ongelijkheid - Sekse (man of vrouw) - Seksuele geaardheid - Etniciteit - Leeftijd
4.
Standenmaatschappij
Answer: In de standenmaatschappij hadden de verschillende groeperingen meer of minder aanzien en meer of minder privileges. De standenmaatschappij werd geregeerd door een kleine groepering, de hogere standen, ook wel de aristocratie genoemd.
5.
Egalitarisme
Answer: Gelijkheid
Some examples from this set of practice questions
1.
Statische traditionele samenleving
Answer: Is in onze ogen zonder een noemenswaardige geschiedenis
2.
Dynamische moderne samenleving
Answer: Een samenleving waarin het gebeuren van vandaag direct in het licht staat van een nieuwe toekomst.
3.
Eind vorige eeuw introduceerde Ferdinand Tonnies het onderscheid tussen 2 samenlevingstypen:
Answer: - de Gemeinschaft > gemeenschap - de Gesellschaft > maatschappij
4.
de Gemeinschaft
Answer: - Saamhorigheid - Statisch van karakter - Er heerst een sterk wij-gevoel - Verschuiving van collectivisme naar individualisme
5.
de Gesellschaft
Answer: - Dynamisch - Organisatorisch of een samenwerkingsverband - Is superieur aan de gemeenschap - Is een resultaat van een onvermijdelijk proces van modernisering
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dewidejager. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
88512 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now