Case
kosten-waarde analyse
- Course
- Institution
kosten-waarde analyse van project integraal ontwerpen
[Show more]Preview 1 out of 2 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Waaruit bestaan nucleonen met bijbehorende lading en massa
Answer: Neutron 0 1 amu Proton 1 1 amu Elektron -1 0 amu
2.
Wat is 1 mol?
Answer: avogadro\'s constant = 6.02 x10^23 units
3.
Hoe is de periodieke tafel opgebouwd met eigenschappen
Answer: 7 rijen, 18 kolommen met kolom elke gelijke chemicalische eigenschappen Blauw: metalen > doneren elektronen Rood: metaloiden en poor-metals > doneren elektronen Yellow: niet-metalen > accepteren elektronen noble gasses > geen interesse in doneren of accepteren elektronen
4.
Wat is het afbau principe en hoe ziet het bohr-model eruit
Answer: elektronen plaatsen tot hoogste energieniveau
5.
Wat is the valence shell en wat heeft die te maken met octetrule
Answer: valence shell is de uiterste ring en die wil 8 elektronen bevatten
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat voor twee soorten solid materials zijn er?
Answer: Amourphous: varying atomic distances Crystalline: ordered atoms
2.
Wat is een grain?
Answer: een enkele crystal in een polycrystal
3.
Wat is een lattice? Unit cell? Lattice constant?
Answer: Lattice: aantal punten wat behoort tot een herhalend crystal patroon Unit cell: Kleinst mogelijke lattice Lattice constant: afstand tussen herhalende patronen
4.
Hoe ziet een BCC, FCC en SC eruit?
Answer: Plaatjes
Some examples from this set of practice questions
1.
Noem de vier soorten stressen
Answer: Compressive: reduction Tensile: increasement Shear: parallel to surfuce Tortional: by an applied torque
2.
Wat is er aan de hand met een stress-strain curve (2 dingen)
Answer: telkens gebruik van Ao dus enkele afwijkingen en de tan(hoek) is de E-modulus
3.
Op welke vier manieren kan je de E-modulus halen uit een stress-strain grafiek die niet lineair verloopt?
Answer: 1. Initial tangent: raaklijn in oorsprong 2. Secant modulus: hoek tussen oorsprong en een punt 3. Chord modulus: hoek tussen twee punten 4. Tangent modulus: raaklijn in een punt
4.
Wat geeft het poissons ratio aan?
Answer: verhouding tussen rek in stress richting (lateral) en in dwars rek (longitudinal)
5.
Wat is het yield point en hoe bepaal je die in een non-lineare functie?
Answer: point tussen elastic <> plastic deformation. Raaklijn aan de oorsprong vanuit het punt strain=0.002
Some examples from this set of practice questions
1.
Global warming potential
Answer: Greenhouse gasses increase de temperature
2.
Ozone layer depletion potential
Answer: Halogenet compounds enhance the decomposition of Ozone > skin cancer
3.
Human toxicity potential
Answer: adverse effect on human health > industry and traffic toxicity
4.
Freshwater aquatic ECO-toxicity potential
Answer: organic and inorganic compounds are harmful in freshwater
5.
Marine aquatic eco-toxicity potential
Answer: sink for toxic compounds > accumulate in the food chain
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is externalization and internalization
Answer: ex: not including the external damages in the price in: including it in the price
2.
Wat is een ECI? voordelen? Nadeel?
Answer: berekend de environmental van een constructie als 1 waarde > waarde in euro\'s zijn de kosten voor compenserende maatregelen. Het is erg duidelijk en kan aanpassing in ontwerp voortbrengen. Neemt \'people\' niet in beschouwing
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is een alternatief voor de LCA tools?
Answer: vergelijkingen maken met materialen met dezelfde functie > NIBE\'s milieuclassificaties.
2.
Welk begrip speelt hierbij een belangrijke rol?
Answer: Functionality, gives the function unit of an element: gives required function and service life time
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat zijn de redenen van maken van een LCA?
Answer: 1. welke fase draagt meest bij aan environmental impact? 2. identificeren van \'hot spots\'\' in the cycle 3. collecting information for an EPD
2.
Uit welke vier fasen bestaat een LCA? welke softwarre
Answer: 1. defenition of the goal and scope 2. Life cycle inventory analysis 3. Life cycle impact assessment 4. Life cycle interpretation SimaPro
3.
Wat zijn de doelen van een LCA
Answer: 1. beschrijving van toepassing van gebouw 2. uitleg waarom LCA uitgevoerd 3. publiek waarvoor bestemd
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is een alloy? op welke twee manieren mengen alloys op atoom niveau?
Answer: mengsel van metaal met een ander (niet)metaal. Er is interstational > between the voids. Substitational > replacement in lattice
2.
Aan welke 4 eisen moeten twee metalen doen om goed te mengen
Answer: 1. zelfde EN 2. zelfde valence 3. less dan 15% radius difference 4. same crystal structure
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is ferrous vs non-ferrous
Answer: ferr: based on iron non-ferrous: not-iron > aluminium and copper
2.
What is pig iron? How is cast iron made? Wrought iron?
Answer: extraction of iron with high carbon. Cast iron: remelt pig iron and remove carbon by oxidation. Wrought iron: reheat and melt pig iron and add slag
3.
Name two types of cast iron with its properties
Answer: 1. Grey cast iron: add Si02 to pig iron. soft. 2. White cast iron: resistance to wear and abrasion> brittle
4.
waaruit bestaat structural steel en hoe wordt het gemaakt?
Answer: Fe C > als juist hoeveelheid C is bereikt wordt maganese en silicon toegevoegd > fixing oxygen. Maganese verwijderd ook Sulphur > FeS cracks when hot
5.
Wat is pearlite?
Answer: Fe3C and ferrite. Ferrite contains no carbon. The pearlite determines amout of C
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat zijn de vier eisen van een mineraal?
Answer: 1. found in nature 2. solid crystalline 3. inorganic 4. specific chemical composition
2.
How do minerals form
Answer: 1. lowering below freezing or melting point > magma 2. evaporate liquids 3. temperature and pressure > diamond
3.
Wat zijn de 6 groepen rock-forming minerals?
Answer: 1. carbonates: C O with Ca Mg 2. silicates: O Si 3. oxides:oxygen anion and metallic cation 4. sulfides: sulfide anion and metallic cation 5. sulfates: sulfate anion and metallic cation
4.
How are rocks formed and which three groups are distinguished?
Answer: 1. igneous: hot deep crust and upper mantel > vulcanic 2. sedimentary: erosion at surface 3. metamorphic: high temperature and pressure > deep crust
5.
Why is aggregate added to cement and how much volume?
Answer: cement has a low modulus. 65- 80%
Some examples from this set of practice questions
1.
What are the manifacture ingredients of Portland cement?
Answer: CaO (chalk and limestone) SiO2 (clay)
2.
What are the manufacturing steps of PC?
Answer: 1. Quarrying 2/3 chalk 1/3 clay 2. Raw material preparation 3. Raw material blending 4. Clinkering 5. Cement milling
3.
Why is gypsum added to the clinker?
Answer: it prevents flash set > quick rigidty. about 3 w% is added.
4.
What happens in the initial and the final set?
Answer: initial: 2- 4 hrs mixing paste starts to stiffen final: strength gain, few hours after initial
5.
What are the four main compunds/phases of PC. Which one has highest energy release
Answer: 1. C3S > alite. 2 2. C2S > belite. 3 3. C3A . 1 4. C4AF. 4
Some examples from this set of practice questions
1.
types of energy sources, explain if sustainable
Answer: 1. Wind, solar and water: ja want geen uitputbare bron, wel lage opbrengst 2. Nuclear: nee, uitstoot stoffen en bij ramp grote gevolgen 3. Biomass: first generation, ja> het is eten, veel land nodig om te produceren , veel CO2 uitstoot. tweede generatie, nee> is afval 4. Fossil: nee, veel uitstoot, uitputbaar, greenhouse gasses 5. Hydrogen
2.
Wanneer zijn materialen stustainable?
Answer: 1. Geen uitputbare bron > regrow able or recycable 2. Geen uitstoot in productie
Some examples from this set of practice questions
1.
Which are the aspects to consider a material?
Answer: costs, performance, aestethics, environmental costs, durability
2.
Which are the different concrete classes?
Answer: XO: zones with no risk of corrosion XC: used in zones with risk of corrosion by carbonation XD: used in zones with risk of corrosion by chloride > non-marine XS: used in zones with risk of corrosion by chloride in seawater XF: used in zones with frost/thaw cycles XA: zones with chemical attack
3.
What are pools and what are fluxes?
Answer: pools are stashes and fluxes are in and output
Some examples from this set of practice questions
1.
What are materials characteristics when sustainable?
Answer: 1 functionality 2 service life 3 durability
2.
describe the three levels tripl-green design.
Answer: 1. Design in line with lifetime> over designing is waste of energy and materials. 2. Application of renewable materials > regrowable/recyclable 3. Added value to environment
Some examples from this set of practice questions
1.
What are ligno-celloluse materials?
Answer: materials with componants cellulose, hemicellulose and lignin > wood/bamboe
2.
When is the CO2 emission of wood \'sustainable\'
Answer: if locked up co2 in wood can be kept until same amount of CO2 has been converted into forest growth.
3.
Where does FSC stand for?
Answer: the wood comes from an environmental friendly managed forest
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is de impact van stedelijk grondgebruik op transport? En omgekeerd?
Answer: 1. door suburbanisatie is er meer noodzaak tot reizen 2. door een betere bereikbaarheid komt er ergens betere ontwikkeling
2.
Wat is de invloed van landgebruik op transport? En omgekeerd?
Answer: 1. door een hogere dichtheid van bedrijven etc wordt de reistijd minder 2. door betere bereikbaarheid wordt een gebied aantrekkelijker
3.
Hoe ziet het TRAIL-lagenmodel eruit?
Answer: activiteiten > vraag / aanbod < vervoersmiddelen > vraag / aanbod < verkeersdiensten
4.
Hoe ziet de cirkel van wegener eruit?
Answer: grondgebruik > (waar wil men wonen, werken) > activiteiten > (locaties tussen activiteiten overbruggen) > transportsysteem > bereikbaarheid
5.
Wat is de bereikbaarheid?
Answer: maat voor de kwaliteit van de ligging van een kern in een netwerk.
Some examples from this set of practice questions
1.
Welke vier componenten zijn er in het infrastructuurnetwerk?
Answer: 1. toegangspunten: binnengaan of verlaten 2. schakels: toegangspunten verbinden 3. knooppunten: drie of meer schakels samenkomen 4. buffers: voertuigen opbergen
2.
Wat zijn de schaalniveaus?
Answer: 1. Metropool 2. Agglomeratie 3. Stad 4. Plaats 5. Dorps
3.
Wat is het verschil tussen open en gesloten netwerken en wanneer gebruik je ze?
Answer: Open: Eindpunten zijn met elkaar verbonden via knooppunten. Wordt gebruikt van kern naar kern, laag schaalniveau en hoge omloopsnelheid. Gesloten: geen losse einden. Bij diffuus vervoerpatroon tussen kenmerken en door lage omloopsnelheden tellen omwegen zwaar.
4.
Hoe worden netwerkvormen vergeleken?
Answer: criteria van Bolt: 1. kapitaalkosten 2. gebruikerskosten/verplaatsingskosten 3. verkeersintensiteit 4. evenwichtige bereikbaarheid > evenwichtige vervoersstromen
5.
Centrale vs tangentiele ligging.
Answer: Centraal liggen de schakels door de kern en bij tangentiele tov van de kern
Some examples from this set of practice questions
1.
Waarom neemt zoals de formule q=ku zegt de intensiteit niet toe bij hogere snelheid en constante dichtheid
Answer: bestuurders houden een minimale volgtijd aan die afhangt van de snelheid, bij hogere snelheden worden deze hoger > mensen moeten remmen om deze volgtijd te hanteren > snelheid omlaag > hogere dichtheid > intensiteit omlaag > capaciteit van de weg
2.
wat is homogeen stationair?
Answer: als verkeer constant is voer ruimte en tijd
3.
wanneer mag men de aanname q=ku doen?
Answer: als het verkeer homogeen stationair is
4.
waarom is lokaal gemeten snelheid fout?
Answer: snelle observaties komen vaker voorbij waardoor er een overschatting wordt gemaakt
5.
Waarom is de harmonisch gemiddelde snelheid beter dan de lokale?
Answer: harmonisch gemiddelde snelheid komt voor uit de ruimtelijke snelheid. Individuele snelheid worden door 1 gedeeld waardoor lagere snelheden zwaarder meetellen
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat zijn de vijf belangrijke constructiematerialen?
Answer: staal,aluminium,beton,steen,hout
2.
Wat zijn de drie belangrijke materiaaleigenschappen?
Answer: gewicht,sterkte (spanning) en de uitrekking en samendrukking
3.
Waar staat S275
Answer: S=structural 275= vloeigrens
4.
Wat is krimp, bij welke materialen van toepassing?
Answer: Door de tijd heen krimpt het materiaal > beton,hout
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is enkelvoudige en wat is een meervoudige hal?
Answer: enkelvoudig heeft 1 beuk in dwarsrichting en een meervoudige balk heeft meerdere beuken
2.
Noem de drie soorten langshallen
Answer: 1. Balkconstructie: gordingen op de liggers die het dak dragen 2. Boogconstructies: alleen meer drukkrachten 3. Hangconstructie:
3.
Wat is een centraalhal, noem twee soorten constructies
Answer: gericht op een centraal punt, cirkelvormig of vierkant> wielconstructie of kabelnetconstructie
4.
Wat is het verschil tussen een bouwlaag en een verdieping?
Answer: de begane grond is geen verdieping maar wel een bouwlaag > fundering beiden niet
Some examples from this set of practice questions
1.
Waar moet rekening bij worden gehouden bij een zoutloods?
Answer: 1. reageert agressief op staal en beton > vooral hout 2. talud van zout bepaalt de hoogte 3. ruimte voor transport 4. ramen voor licht
2.
waar rekening mee houden bij een tribune overkapping?
Answer: 1. Uitsteken dak ivm regen 2. dakhelling voor waterafvoer 3. toelaatbaarheid kolommen
Some examples from this set of practice questions
1.
Hoe werkt een gewelf?
Answer: kan men zien als allemaal boogspanten met bovenin een drukboog en onderin een trekring die de spatkrachten overgeven aan de tamboer.
2.
Wanneer is een constructie stabiel?
Answer: als het plaats- en vormvast is
3.
hoe kan men een constructie stabiel maken?
Answer: 1 raamwerk: twee stijlen en een regel > portaalspant 2 schijven: dichte vlakken 3 vakwerk
Some examples from this set of practice questions
1.
hoe gaat het hoogoven staal proces?
Answer: kalk, cokes en ijzererts in de stoomoven > ruwijzer> toevoegen schroot> staal
2.
wat zijn de grondstoffen van staal?
Answer: cokes,ijzererts,kalksteen en schroot
3.
Hoe gaat de elektrooven in zijn werk?
Answer: schroot in elektrooven>ruwijzer> toevoegen legering >staal
Some examples from this set of practice questions
1.
Hoe ziet de stedelijke watercyclus eruit?
Answer: grondwater winning > zuivering > distributie > gebruikers > riool > zuivering > lozing / afval
2.
Noem twee pompen om leidingverliezen te overwinnen
Answer: 1. waaierpomp: centrifugale kracht op vloeistof 2. verdringerpomp: over en onderdrukkrachten op vloeistof
3.
waar bestaat de dynamische opvoerhoogte uit?
Answer: vertragingsverliezen en wrijvingsverliezen
4.
Wat is het verschil tussen een vermaasde en een vertakte leiding?
Answer: vertakt: steeds kleiner naar het einde toe vermaasd: alternatieve route
5.
Wat zijn de doelstellingen van een riolering?
Answer: - volksgezondheid en veiligheid - milieubescherming - duurzame ontwikkeling
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dantedariuscarlosvanderheijden. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
97168 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now