100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H1 & H2, Nectar vwo 4 - Biologie $8.28   Add to cart

Summary

Samenvatting H1 & H2, Nectar vwo 4 - Biologie

  • Course
  • Level
  • Book

Dit is dé samenvatting voor een hoog cijfer voor H1 'gedrag' & H2 'cel en leven' van de vierde editie van het biologieboek Nectar voor 4 vwo. Door de plaatjes en duidelijke uitleg haal je zo een mooie 8! Alle paragrafen worden in de samenvatting behandeld, zoals de manieren waarop dieren gedrag...

[Show more]

Preview 3 out of 25  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 & 2
  • November 23, 2023
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 10 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Op de grote vlakten in Afrika leven onder andere Thomsongazellen. Deze gazellen zijn prooi voor allerlei vleeseters: leeuwen, cheetah’s, jakhalzen, hyena’s en wilde honden. Wanneer de gazellen één van deze roofdieren zien, slaan ze op de vlucht. Het is gebleken dat de afstand daarbij een belangrijke rol speelt: zo vluchten gazellen al wanneer ze een troep wilde honden zien op 800 m, maar jakhalzen kunnen tot op enkele meters naderen voordat de gazellen op de vlucht slaan. Blijkbaar zijn de gazellen in staat om in te schatten wat het risico is om ten prooi te vallen aan het betreffende roofdier. Thomsongazellen van verschillende populaties op de Afrikaanse vlakten vertonen tegenover de genoemde roofdieren hetzelfde gedrag. Twee mogelijke verklaringen voor het vertoonde vluchtgedrag zijn: 1. Het vluchtgedrag van Thomsongazellen wordt bepaald door erfelijke informatie. 2. Het vluchtgedrag berust op een leerproces. Op grond van de hier gegeven informatie kan niet met zekerheid worden bepaald welke van deze verklaringen de juiste is. Misschien spelen zowel erfelijke informatie als een leerproces een rol. Geef aan welk leerproces bij verklaring 2 in de meeste gevallen een rol zal spelen en leg uit.

Answer: Imitatie. Gazellen leren op tijd weg te springen door soortgenoten te volgen. Wellicht had je trial & error in gedachte. Dat kan hier niet. In het geval van error wordt de gazelle gedood en valt er weinig lering uit te trekken voor een volgende keer aangezien er geen volgende keer meer is.

2.

Koekoeken zijn broedparasieten. Dat wil zeggen dat het vrouwtje een ei legt in het nest van een andere soort, bijvoorbeeld van een roodborstje. De eieren of kleine jongen van deze andere vogelsoort worden door de pasgeboren, nog blinde koekoek uit het nest geduwd. De vogel die het nest heeft gemaakt, treedt daarna op als pleegouder voor de jonge koekoek. Een koekoek-vrouwtje legt haar eieren altijd in nesten van de pleegoudersoort waardoor zij zelf is grootgebracht. Door welk leerproces leren koekoeken welke soort als hun pleegouder is opgetreden? A) Conditionering B) Gewenning C) Inprenting D) Imitatie

Answer: C, Inprenting is het snel leren in een bepaalde gevoelige periode (vaak vlak na de geboorte).

3.

(Vervolg vraag 2) Wat zou de sleutelprikkel voor een koekoeksjong kunnen zijn om een ei of ander jong uit het nest te duwen?

Answer: Het voelen van andere eieren of andere jongen. Het zien van eieren/jongen is niet goed, er is duidelijk vermeld dat het koekoeksjong blind is!

4.

De rupsendoder is een insectensoort waarvan de vrouwtjes in de voortplantingstijd het volgende gedragspatroon vertonen. Een vrouwtje zoekt een rups en verlamt deze door een steek met haar angel. Ze sleept de rups daarna naar een van tevoren gegraven nest. Bij het nest aangekomen, legt ze de rups neer om het nest te kunnen inspecteren. Vervolgens wordt de rups in het nest gesleept en legt het vrouwtje een eitje in het verlamde dier. Tenslotte wordt het nest afgesloten met zand of steentjes. Als iemand de rups tijdens de inspectie van het nest weghaalt en op enige afstand neerlegt, haalt de rupsendoder de rups weer op. Bij het nest legt ze de rups weer neer en inspecteert opnieuw het nest. Wanneer de rups steeds weer wordt weggehaald en op enige afstand wordt neergelegd, heeft dit aanvankelijk geen invloed op de handelingen van de rupsendoder. Na vele ervaringen echter, slaat het vrouwtje de inspectie over en legt de rups direct in het nest. Op grond van bovenstaande gegevens worden de volgende beweringen gedaan: 1 - het achterwege blijven van de inspectie is het gevolg van vastliggende gedragspatronen, 2 - het achterwege blijven van de inspectie is het gevolg van een leerproces, 3 - het achterwege blijven van de inspectie is het gevolg van het ontbreken van de sleutelprikkel. Welke bewering is of welke beweringen zijn juist?

Answer: Alleen bewering 2. 1 is onzin, het is juist een vastliggend gedragspatroon om het nest te inspecteren. 3 kan ook niet, het is onbekend wat de sleutelprikkel is. Eerst inspecteert ze terwijl de rups bij het nest ligt, later niet meer terwijl dan ook de rups bij het nest ligt.

5.

Twee vlindersoorten die in Nederland verdwenen waren, zijn sinds 30 juli 1990 weer terug: het Pimpernelblauwtje \"Maculinea teleius\" en het Donker pimpernelblauwtje \"Maculinea nausithous\". Vlinderliefhebbers lieten op die datum 156 exemplaren los in een natuurgebied, 86 Pimpernelblauwtjes en 70 Donker pimpernelblauwtjes. Sindsdien verschijnen deze blauwtjes elke zomer weer in behoorlijke aantallen, niet verspreid over het gehele natuurgebied, maar alleen op de plek waar ze uitgezet zijn. De moeilijkheid om zich te verspreiden over een groter gebied, zit hem vooral in het tweegangen menu van de rupsen van deze blauwtjes. De vrouwtjes leggen hun eitjes op de bloemen van de Grote pimpernel en de rupsen leven enkele weken van de zaden van deze plant. Daarna willen ze andere kost, te weten mierenlarven. Maar die mierenlarven worden door agressieve werksters uit de mierenkolonie bewaakt. De rupsen hanteren geraffineerde trucs om veilig in die nesten te komen. Ze laten zich op de grond vallen en scheiden geurstoffen af die lijken op de geurstoffen van mierenlarven. Elke blauwtjessoort is daarbij gespecialiseerd in een eigen gastheersoort: de rups van het Pimpernelblauwtje legt zich toe op de Ruwknoopmier, de rups van het Donker pimpernelblauwtje belaagt de Rode steekmier. De rupsen hebben het formaat en het gedrag van een mierenlarf. Op hun rug zit een zoete stof. Daar komen de mieren op af, betasten de rupsen en brengen ze daarna naar hun nest. In het nest zijn de rupsen beschermd tegen kou en vijanden. Bovendien hebben ze daar volop voedsel. De rupsen hebben huidplooien om hun kop, waardoor ze kunnen eten zonder dat de werksters iets in de gaten hebben. De rupsen groeien als kool, verpoppen en de nieuwe vlinders verlaten de volgende zomer vroeg op een ochtend het mierennest, vóór de werksters actief zijn. Het Pimpernelblauwtje nam vanaf 1990 de eerste drie jaar in aantal toe, daarna ging het snel bergafwaarts. In 1996 was de stand zelfs terug bij het uitgangspunt van 1990 om uiteindelijk in 2001 een stabiele omvang te bereiken van driehonderd exemplaren. Welke van onderstaande uitwendige prikkels kunnen broedzorggedrag opwekken? - Grootte - Geur - Gedrag van een mierenlarf - Hormonen

Answer: Grootte, geur & het gedrag van een mierenlarf.

Flashcards 10 Flashcards
$5.85 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Drie reageerbuizen worden gevuld met oplossingen van keukenzout (NaCl) van verschillende concentraties. Buis 1 bevat een 0,1% NaCl-oplossing, buis 2 bevat een 0,9% NaCl-oplossing en buis 3 bevat een 1,5% NaCl-oplossing. In elk van deze buizen wordt een stukje van hetzelfde verse dierlijke weefsel ondergedompeld. De stukjes weefsel zijn allemaal even groot en rood van kleur. Voordat ze in de buizen zijn gedaan, zijn ze eerst goed afgespoeld totdat ze geen kleurstof meer afgeven. Na een half uur wordt het experiment beëindigd. De oplossing in buis 1 is licht rood geworden. De oplossingen in buis 2 en 3 zijn kleurloos gebleven. Wat is de juiste verklaring voor het licht rood worden van de oplossing in buis 1? A) De celwanden zijn kapot gegaan omdat de omgeving hypertonisch was B) De cellen in het weefsel zijn kleiner geworden omdat er water uit de cel is gegaan. C) In de cellen zijn (rode) chromoplasten ontstaan D) De cellen zijn gesprongen omdat ze water hebben opgenomen.

Answer: D, De cellen zijn gesprongen omdat ze water hebben opgenomen.

2.

Het bloedplasma van de mens heeft een gemiddelde osmotische waarde, die gelijk is aan die van een 0,9% NaCl-oplossing. Bij een experiment worden rode bloedcellen in een oplossing P gelegd met een onbekende osmotische waarde. De opgeloste deeltjes in oplossing P kunnen geen celmembranen passeren. Na enige tijd worden de rode bloedcellen bekeken met een microscoop. Het blijkt dat ze zijn gezwollen. Is de osmotische waarde in deze gezwollen rode bloedcellen kleiner dan, gelijk aan of groter dan die van een 0,9% NaCl-oplossing?

Answer: Kleiner dan

3.

Als de aarde bij een aardappelplant gedeeltelijk wegspoelt, kan een aardappel boven de grond komen. Het gedeelte boven de aarde wordt groen. Dit komt doordat plastiden in elkaar overgaan. Welke verandering bij plastiden treedt op in een deel van een aardappel dat boven de grond komt? Geef aan welke plastiden er oorspronkelijk aanwezig waren en welke plastiden er nu aanwezig zijn.

Answer: Leukoplasten (ookwel amyloplasten) worden chloroplasten

4.

Een bepaalde plantencel heeft een turgor die maximaal is. Hij verandert niet meer van grootte. Is de osmotische waarde buiten de cel groter dan, kleiner dan of gelijk aan die in de cel?

Answer: Kleiner

5.

In het cytoplasma van een zenuwcel is de K+ concentratie veel hoger dan buiten de cel. Welk transportproces maakt dit mogelijk?

Answer: Actief transport: Het verschil in K+ ionen is het gevolg van actief transport. Bij diffusie zou een situatie ontstaan waarbij de concentratie binnen en buiten gelijk is

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marksipma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

97255 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.28
  • (0)
  Add to cart